De fundamentele tegenstrijdigheid in ons socialezekerheidsstelsel en waarom het basisinkomen ducttape-oplossingen onnodig maakt
In gesprekken over het basisinkomen zegt vaak iemand: “We hebben al een basisinkomen in Nederland en het heet bijstand!”. Een basisinkomen is een onvoorwaardelijk maandelijks bedrag tegen het bestaansminimum aan waar iedere burger recht op heeft. Is dat inderdaad hetzelfde als bijstand? Om antwoord te geven op die vraag, neem ik jullie mee op een korte rondleiding door ons socialezekerheidsstelsel. Dat is bedoeld om mensen met te weinig inkomen in hun basisbehoeften te kunnen laten voorzien. Ze bestaat in Nederland uit tal van regelingen die grofweg op te delen zijn in drie categorieën: werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen.
Werknemersverzekeringen
Werknemersverzekeringen voorkomen al te hevige inkomensderving bij onvoorziene omstandigheden. Voorbeelden daarvan zijn arbeidsongeschiktheid (WIA/WAO), plotselinge werkloosheid (WW) en ziekte (ZW). Ze worden gefinancierd met daartoe bestemde premies die werkenden afdragen. Alleen werkenden kunnen dan ook aanspraak maken op werknemersverzekeringen.
Volksverzekeringen
De bekendste volksverzekering is de AOW. Dat is echter zeker niet de enige. Bij overlijden van een partner hebben Nederlanders bijvoorbeeld recht op ANW. En ook ouders (Kinderbijslag of AKW), langduring zieken (Wlz) en Jonggehandicapten (Wajong) worden geholpen door volksverzekeringen. Bijna alle ingezetenen van Nederland kunnen aanspraak maken op volksverzekeringen en betalen hier premies en belastingen voor.
Sociale voorzieningen
De belangrijkste sociale voorziening is bijstand (PW). Bijstand is inkomensondersteuning voor mensen die werkloos zijn, maar niet onder werknemersverzekeringen of volksverzekeringen vallen. Een bijstandsgerechtigde is dus meerderjarig, jonger dan de AOW-leeftijd, niet ziek of arbeidsongeschikt en heeft niet voldoende (recent) gewerkt om recht te hebben op WW. Sociale voorzieningen worden helemaal betaald met belastingen.
Armoedeval
Sociale voorzieningen staan alleen voor niet-werkenden open. Zij verliezen dus hun uitkering als ze betaald werk accepteren. Daardoor gaan bijstandsgerechtigden er vaak niet of nauwelijks financieel op vooruit als zij een fulltimebaan tegen het minimumloon accepteren. Als ze slechts een parttimebaan kunnen krijgen, gaan ze er vaak zelfs op achteruit. Dit fenomeen wordt de armoedeval genoemd, omdat ze zo vast komen te zitten in hun uitkeringssituatie.
“Activerend” arbeidsmarktbeleid
Onder de noemer “activerend arbeidsmarktbeleid” heeft de overheid de afgelopen decennia steeds strengere eisen gesteld aan bijstandsgerechtigden. Daar zit ook de kern van het verschil tussen bijstand en basisinkomen: bijstand is voorwaardelijk. Zo mag een bijstandsgerechtigde slechts €6000 vermogen hebben, niet meer dan vier weken per jaar in het buitenland verblijven en moet een breed scala aan activiteiten aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) gerapporteerd worden op straffe van korting op de uitkering. Tevens mogen bijstandsgerechtigden verplicht worden om een door de gemeente gedefinieerde “tegenprestatie” te leveren. Gemeenten geven daarbij aan dat ze het instrument vooral gebruiken in de hoop mensen te ontmoedigen om een uitkering aan te vragen.
De tegenstrijdigheid
Ziedaar de tegenstrijdigheid in de sociale voorzieningen. Aan de ene kant tuigen we een enorm socialezekerheidsstelsel op om Nederlanders zonder inkomen financieel te helpen. Aan de andere kant maken we kluwen regelgeving (à €6.5 miljard uitvoeringskosten per jaar) om mensen te ontmoedigen om van dat stelsel gebruik te maken. Zou dat niet efficiënter kunnen?
Het basisinkomen
De oplossing is simpel: geef iedereen een uitkering. Jong, oud, werkend, niet-werkend behandelen we dan allemaal gelijk. Werknemersverzekeringen kunnen blijven bestaan; die zijn immers bedoeld om een inkomensterugval te voorkomen bij onvoorziene omstandigheden en worden bovendien niet uit belastingen betaald. Dat is een ander doel dan dat van volksverzekeringen en sociale voorzieningen waarmee mensen van een bestaansminimum worden voorzien.
Een basisinkomen zou alle sociale voorzieningen en een groot deel van de volksverzekeringen omzetten in een enkele maandelijkse toeslag. Zo zorgen we ervoor dat werken loont, bureaucratie tot een minimum wordt beperkt en iedereen de vrijheid heeft om het leven te leiden waar diegene gelukkig van wordt. Dat is niet alleen een mooi ideaal. Het is ook gewoon slim beleid.
Harro Boven